Verhoogde melkprijs 2022 biedt melkveehouders perspectief

 
Verhoogde melkprijs 2022 biedt melkveehouders perspectief
Gepubliceerd: 14-03-2023, laatst gewijzigd: 24-01-2024

In 2022 stegen de kosten voor melkveehouders flink. Toch zijn de resultaten over dat jaar veel gunstiger dan voorgaande jaren. Dit komt onder meer door de gerealiseerde melkprijs: 54,1 cent over 2022. Bijna 19 cent hoger dan het gemiddelde tussen 2016 en 2021. Deze melkprijs biedt perspectief voor de bedrijfsresultaten. Tegelijk zijn de verschillen tussen bedrijven groot. In het artikel ga ik er dieper op in. 

Fikse kostenstijging 

De kosten voor de gemiddelde melkveehouder zijn flink gestegen: 

  • Vergeleken met de periode tussen 2016 en 2021 stegen deze bijna 10 cent. En vergeleken met 2021 met ruim 7 cent.  
  • De krachtvoerkosten stegen het meest, het afgelopen jaar tot boven de 12 cent per kilo melk. Op bedrijfsniveau is dat een stijging van zo’n 46.000 euro. In de periode tussen 2016 en 2021 lag dit nog net onder de 8 cent per kilo melk. 
  • De totale voerkosten stegen in een jaar van 12,7 naar 16,5 cent per kilo melk.  
  • De kosten voor kunstmest stegen van 1,2 cent (2016-2021) of 0,8 cent per kilo melk in 2021, naar 2 cent per kilo melk in 2022. Deze stijging heeft echter veel minder impact dan die van de krachtvoer- en totale voerkosten. 

Saldotoename 

In 2022 steeg ook het saldo van opbrengsten minus toegerekende kosten per kilo melk naar 34,7 cent. Het jaar ervoor was dit nog 22,5 cent en het gemiddelde saldo over 2016-2021 bedroeg 23 cent. Bij een melkproductieniveau rond 9.000 kilo melk betekent dit een saldotoename van zo’n 1.100 euro: van ruim 2.000 euro naar 3.100 euro per koe. 

Stijging vaste kosten 

Het niveau voor de vaste kosten lag over de periode tussen 2016 en 2021 op bijna 11 cent per kilo. Denk daarbij onder andere aan onroerend goed, machines, werktuigen en loonwerk. Afgelopen jaar stegen deze kosten tot ruim 13 cent per kilo melk. Op bedrijfsniveau is dat een kostenstijging van gemiddeld bijna 40.000 euro in een jaar. Onroerende zaken, machines en werktuigen zijn hierbij de grootste kostenstijgers. 

Effect rente nog nauwelijks zichtbaar 

Het effect van de stijgende rente is nog nauwelijks zichtbaar in cijfers. Over het afgelopen jaar lag de rentelast gemiddeld op 2,3 cent per kilo melk. Dit is slechts een fractie hoger dan het voorgaande jaar. Ter vergelijking: in 2016 lag de gemiddelde rentelast nog boven de 3 cent per kilo melk. Let op: het effect van stijgende rente komt er nog aan. 

Hogere beschikbare bedragen 

Gemiddeld genomen compenseerde de verhoogde melkprijs de gestegen kosten én soms zelfs meer dan dat. In 2022 lag het gemiddelde bedrag dat beschikbaar is voor privé, aflossing en reservering op ruim 20 cent per kilo geproduceerde melk. Het jaar ervoor lag dit bedrag gemiddeld nog op ruim 10 cent per kilo melk. Het gemiddelde over de periode tussen 2016 en 2021 bedroeg ruim 11 cent per kilo melk.  

Het hogere beschikbare bedrag wordt vaak gebruikt om, bijvoorbeeld om uitgesteld onderhoud of uitgestelde investeringen uit te voeren. Ook kunt u hiermee de te verwachten belastingaanslagen voldoen. 

Grote verschillen 

De gemiddelden bieden een positief beeld, maar de verschillen tussen bedrijven zijn groot. Bij Flynth zien we dat 70 procent van de melkveebedrijven een melkprijs boven de 40 cent nodig heeft om alle kosten en uitgaven te dekken. We verwachten dat het verschil tussen gemiddelde bedrijven en de top 25 procent blijft toenemen. 

Top 25 procent versus gemiddeld 

Als we de top 25 procent vergelijken met de gemiddelde resultaten, is het verschil in saldo per kilo melk ruim 4 cent en het verschil in het beschikbaar bedrag voor privé, aflossing en reservering 6 cent per kilo melk. Bij een melkproductieomvang van 1.100.000 kilo melk betekent dit een verschil in beschikbaar bedrag van 66.000 euro op jaarbasis. Bij 5 procent rente en een aflossingstermijn van 25 tot 30 jaar is dit een verschil in financieringsruimte van 700.000 tot 800.000 euro. De verschillen zijn dan ook groot. 

In deze vergelijking vallen nog meer zaken op: 

  • Het verschil tussen gemiddelde bedrijven en de top 25 procent neemt toe. 
  • De top 25 procent melkveebedrijven hebben gemiddeld een iets lagere melkproductie. 
  • De top 25 procent bedrijven scoren licht hogere opbrengsten, maar hebben vooral lagere kosten op veel vlakken. 
  • Ook bij de top 25 procent bedrijven lopen de kosten op. Maar vaak minder sterk dan bij de gemiddelde bedrijven. 

De afgelopen periode konden de gestegen kosten worden gecompenseerd met de verhoogde melkprijs. Aandachtspunt is dat het effect van hogere rente en het verdwijnen van derogatie hierin nog niet of nauwelijks naar voren komen. De verhoogde melkprijs kan deze effecten voorlopig nog goed compenseren. 

De vraag is echter: hoe lang is dat nog zo? Een nóg belangrijkere vraag is hoe dit uitpakt voor individuele bedrijven. De verschillen tussen bedrijven lopen namelijk steeds verder op. Op de lange termijn zijn de verwachtingen voor de zuivelproductie positief. Toch is het niveau van de melkprijs op de lange termijn niet voor ieder bedrijf toereikend.  

Uw Flynth-adviseur staat u bij 

Om op deze veranderingen in te spelen, is het belangrijk dat u uw eigen situatie kritisch beoordeelt. Past deze bij uw persoonlijke doelen of is hier een koerswijziging nodig? Bepaal bijvoorbeeld samen met uw Flynth-adviseur de eigen kritieke opbrengstprijs. Hierin nemen we mee: het effect van verhoogde rente, de afbouw van derogatie en het toewerken naar volledig grondgebonden melkveehouderij.  

Vervolgens beoordelen we de verhoogde kritieke opbrengstprijs ten opzichte van de melkprijs die u verwacht. Aan de hand daarvan beoordelen we met elkaar of verandering nodig is en zo ja, welke scenario’s passen bij u en uw bedrijf? Neem contact op met een Flynth-adviseur om een afspraak te maken. 

Hebt u een vraag over dit artikel?

Stel uw vraag via het onderstaande formulier en dan nemen wij contact met u op.
 

Nieuws

Geschreven door: