Gepubliceerd: 25-09-2025, laatst gewijzigd:
25-09-2025
Het impulspakket stikstof is onderdeel van het ‘Prinsjesdagpakket’ dat als doel heeft Nederland van het stikstofslot te halen. We gaan in op de aangekondigde maatregelen en markeren waar nog uitwerking nodig is. Daarbij ligt de focus op de gevolgen voor uw agrarisch bedrijf.
De impuls van het stikstofpakket zit vooral in de euro’s die het kabinet vrijmaakt voor landbouw. Voor 2026 maakt het kabinet 2,6 miljard euro extra beschikbaar en daarna jaarlijks 287,5 miljoen euro tot 2035. De totale investering die de overheid doet in landbouw vanwege stikstof komt daarmee op 5,6 miljard euro, plus jaarlijks 0,5 miljard euro. Dit zijn en blijven grote bedragen, bedoeld om daadwerkelijk effect te behalen op veel agrarische bedrijven.
Startpakket voor verkeer, industrie en landbouw
De overheid wil dat verkeer en industrie in 2035 elk een emissiereductie van 50 procent ten opzichte van 2019 realiseren. Het doel voor de landbouw is een emissiereductie van 42 tot 46 procent ten opzichte van 2019. Om te zorgen dat de sectoren snel van start gaan, zijn er ook streefwaarden voor 2030 vastgesteld.
Het kabinet investeert daarnaast in monitoring, die in toenemende mate wordt gebaseerd op metingen (en minder op modellen). Dat is vooral voor de landbouw van belang, omdat de verspreiding van NH3 (ammoniak) minder zeker is dan van NOx uit verkeer en industrie. Dit monitoringspakket moet vanaf 2027 gerealiseerde reducties in beeld brengen. Worden de streefwaarden per sector niet gehaald, dan kan de overheid per sector bijsturen.
Afwijkingen ‘Van der Wal’-pakket
Het pakket van minister Van der Wal uit 2022 leunde zwaar op halvering van de veestapel, via gedwongen onteigening van bedrijven en gedwongen krimp. In dat pakket werd alleen ingezet op reductie van de veestapel om de ammoniakemissie door landbouw te verlagen. Het nieuwe pakket biedt agrarische ondernemers meer mogelijkheden om emissies te verlagen, zoals:
- managementmaatregelen
- toepassing emissieverlagende technieken
Stikstofslot
Eigenlijk is er geen ‘stikstofslot’, maar een ‘juridisch vergunningsslot’. Met alleen reductie van emissie van NOx en NH3 verdwijnt dat slot niet. Om eruit te komen is een aanpassing nodig van de stikstofwet uit 2021. Daarvoor is eerst zicht nodig op ‘geborgde reductie’. En dit impulspakket stikstof probeert dat te realiseren voor de landbouw. Voor de overheid is dit punt cruciaal.
Het is nodig om vooral in de buurt van de natuurgebieden stappen te zetten om van het ‘vergunningsslot’ te komen. En juist daar bevinden zich vaak de landbouwbedrijven. Daarom is het voor de overheid zo belangrijk dat ook voor de landbouw het pakket helder is. De reductiepakketten voor verkeer en industrie waren namelijk al eerder uitgewerkt dan voor landbouw.
Rondom Rotterdam en Eindhoven en in het Groene Hart worden nieuwe gebiedsprocessen voor emissiereductie opgestart. In sommige regio’s kwamen al opgestarte gebiedsprocessen voor stikstofreductie tot stilstand door keuzes vanuit het kabinet Schoof (zoals het schrappen van budget), denk aan de Peel en de Veluwe. Om deze weer op gang te brengen, wordt ook geld vrijgemaakt.
Doelsturingswet
Het belangrijkste onderdeel van het pakket voor de agrarische sector is de doelsturingswet. Deze wet maakt het mogelijk voor agrarische ondernemers om niet alleen in te zetten op krimp van de veestapel (extensivering) te draaien, maar op management en techniek, eventueel ondersteund door innovatie. De doelsturingswet focust niet alleen op veehouders nabij natuurgebieden, maar ook op veehouders in de rest van Nederland, om daarmee de ‘ammoniakdeken’ te verdunnen.
Niet vrijblijvend
De doelsturingswet is niet vrijblijvend. Veehouders die te weinig reductie ten opzichte van 2019 realiseren, krijgen te maken met sancties. Denk eerst aan het tijdelijk bevriezen van dierrechten of fosfaatrechten en uiteindelijk het innemen hiervan. In zo’n geval pleegt de veehouder een ernstig milieudelict door overschrijding van de overgebleven rechten na bevriezing met de bestaande veestapel. Blijft de veehouder de rechten overschrijden in volgende jaren, dan lopen de straffen op. Doelsturing is ook af te dwingen via de Omgevingswet. Dit maakt het voor provincies mogelijk om ook te handhaven.
Uitwerking doelsturing is cruciaal
De doelsturingswet is nog niet tot in detail uitgewerkt. De agrarische sector heeft veel belang bij die uitwerking, anders resteert alleen krimp van de veestapel om de reductiedoelen van 42 tot 46 procent te halen. De uitwerking vraagt nog om een belangrijke keuze, die de overheid en de agrarische sector samen moeten maken. De kern van die keuze is sturing op het gerealiseerde doel (waarvan de uitkomst vooraf niet bekend is) of kiezen uit breed pakket van maatregelen (met vooraf vastgestelde opbrengst).
Enerzijds is er de keuze voor echte doelsturing, waarbij de veehouder vrijheid heeft om helemaal zelf het ‘maatregelenpakket’ te kiezen. De reductie per bedrijf wordt vervolgens via metingen inzichtelijk gemaakt. Wanneer een veehouder een aanpak kiest die nog niet is bewezen, kan dat ook leiden tot tegenvallende resultaten. Bijsturing is dan nodig, wat kan leiden tot lastige keuzes. Deze vorm van doelsturing is onzeker en geeft geen ‘veiligheid’ vooraf voor de veehouder. Tegelijk mag een veehouder elke maatregel toepassen, als hij het doel maar realiseert.
Anderzijds is er een optie voor een breed pakket van maatregelen met bewezen of vooraf vastgesteld effect. Een veehouder kiest dan voor een eigen combinatie van die maatregelen, die met de kennis van nu samen 42 tot 46 procent reductie geeft. Deze keuze kan ook gezien worden als het opleggen van een middelvoorschrift. De veehouder is dan nog steeds niet volledig vrij om op eigen wijze het doel te bereiken en mag alleen kiezen uit de vastgestelde maatregelen. Deze aanpak geeft veehouders wel vooraf ‘veiligheid’.
Het brede maatregelenpakket bij deze optie bestaat ruwweg uit drie blokken, elk gespecificeerd voor pluimvee, varkens en melkvee:
- diervoeding en management
- huisvesting en mestopslag
- mestaanwending
Demissionair kabinet
De keuze uit deze twee aanpakken wordt de komende zes maanden concreet. De Tweede Kamer heeft het onderwerp doelsturing bewust niet controversieel verklaard, zodat minister Wiersma hier stevig aan kan doorwerken, ook al is het kabinet Schoof demissionair. LVVN en de sectorpartijen zijn opbouwend en intensief in gesprek om tot invulling van doelsturing te komen. Via Prinsjesdag is het budget van 2,6 miljard voor 2026 en 287,5 miljoen per jaar tot 2035 al vrijgemaakt. Vanuit de agrarische sector is het passend dit proces af te ronden met de minister die zich zo sterk voor die doelsturing heeft gemaakt. Ook zorgt minister Wiersma met Prinsjesdag 2025 er alsnog voor dat budget voorlopig weer is veiliggesteld.
Investeren met rugdekking
Het is voor veel veehouderijbedrijven haalbaar om voldoende stikstofemissiereductie te realiseren zonder krimp van hun veestapel. Wel vergt dat op het bedrijf een (breed) pakket van (innovatieve) managementmaatregelen en technieken. Veel technische maatregelen zijn ook belangrijk voor de aanpak van het mestoverschot en voor reductie van broeikasgassen. Een belangrijke doorbraak daarvoor is ook de goedkeuring van Brussel op 19 september 2025 voor de inzet van Renure. Maar investeren in aanpassing van stallen of mestverwerking vergt een lange terugverdientijd. Voor ondernemer is het belangrijk om vooraf te weten dat die investering ook leidt tot het gewenste resultaat. Juist dat geborgde resultaat is beter te realiseren met een breed maatregelenpakket waaruit de veehouder kan kiezen. Dit voorkomt de onzekerheid van tegenvallende resultaten die achteraf worden gemeten. Tegelijkertijd is het mogelijk een extra maatregel toe te voegen, die de veehouder zelf mag invullen, maar wel met bedrijfseigen metingen.
Welke keuze de voorkeur heeft, is op dit moment nog niet helder. Wel lijkt een brede keuzelijst op dit moment het meest pragmatisch. Voor de genoemde maatregelen worden momenteel al subsidie- en financieringsregelingen uitgewerkt. Ook bij keuze voor doelsturing zullen deze maatregelen veel worden toegepast.
De Kamer heeft middels motie Grinwis de minister verzocht om de (veehouderij)sector te vragen om mee te denken in met name het exacte maatregelenpakket (lees: vooral de afronding). Dit start als veehouderij met kleur bekennen, maar geeft wel een unieke kans om belangrijke issues toe te voegen of extra te onderstrepen. Denk dan vooral aan voorrang voor PAS-melders en veehouders die stal- of bedrijfssystemen willen aanpassen voor vergunningen. Naast direct het oplossen van provinciale issues.
Maatregelen voor uw bedrijf
Wilt u al vooruitlopen op mogelijke maatregelen? Denk aan managementmaatregelen, aanpassing van stalsystemen en mestbewerking. Onze adviseurs kunnen al een eerste indicatie geven over de maatregelen per sector (melkvee, varkens of pluimvee) en hierover met u meedenken. Maak ook gebruik van hun ervaring om te sparren over uw huidige resultaten én uw toekomstplannen. De toekomst van uw melkveehouderij vraagt om bewuste strategiekeuzes. Flynth helpt u daarbij.
Neem contact op met uw adviseur of vul onderstaand contactformulier in.