Gepubliceerd: 18-12-2025, laatst gewijzigd:
18-12-2025
De derogatieperiode loopt eind 2025 af. Dat betekent dat agrarische ondernemers vanaf 2026 te maken krijgen met nieuwe regels. Welke maatregelen verdwijnen? Welke blijven? En wat betekent dit voor uw bedrijfsvoering? In dit artikel krijgt u inzicht, zodat u tijdig kunt anticiperen.
Wat verandert er na het einde van derogatie?
Geen 80%-graslandeis meer
Tot nu toe moesten bedrijven met een derogatievergunning minimaal tachtig procent grasland hebben. Vanaf 2026 vervalt deze eis. Let op: hebt u minder dan vijfenzeventig procent gras? Dan geldt de GLB-regel voor gewasrotatie. Na drie jaar hetzelfde gewas op een perceel moet u wisselen.
Fosfaatkunstmest weer toegestaan
Het verbod op fosfaatkunstmest verdwijnt. U mag deze meststoffen vanaf 2026 opnieuw gebruiken. Dat geeft flexibiliteit, maar vraagt om een scherp bemestingsplan. Overschrijding van normen kan leiden tot sancties.
Minder verplichte grondmonsters
De verplichting om van alle landbouwgrond geldige grondmonsters te hebben vervalt. Een bemestingsplan blijft verplicht. Wilt u fosfaatdifferentiatie toepassen? Dan zijn grondmonsters nog steeds nodig.
Graslandvernietiging: standaardregels
Extra voorwaarden voor graslandvernietiging op klei- en veengrond verdwijnen. Vanaf 2026 gelden de standaardregels, zonder extra korting na vernieuwing.
Wat blijft van kracht?
Generieke maatregelen, zoals stikstofgebruiksnormen en vanggewaseisen op zand- en lössgrond, blijven bestaan. Ook de verplichting tot een bemestingsplan blijft.
Impact voor uw bedrijf
Meer vrijheid betekent ook nieuwe aandachtspunten. Een voorbeeld: een melkveehouder die van tachtig naar zeventig procent grasland gaat, moet op maispercelen een ander hoofdgewas telen. Dat beïnvloedt de ruwvoerstrategie en kan extra kosten meebrengen.
Advies nodig?
Wilt u weten wat deze veranderingen betekenen voor uw bedrijf? Neem contact op met uw adviseur van Flynth of gebruik onderstaand contactformulier.