Gepubliceerd: 06-03-2024, laatst gewijzigd:
28-03-2025
De afbouw van de derogatie is in volle gang. Als agrarisch ondernemer bent u ongetwijfeld bekend met de huidige ontwikkelingen. Deze veranderingen roepen veel vragen op. Vooral over de kosten die gepaard gaan met deelname en of deze opwegen tegen de voordelen.
Financiële investering
Een van de eerste zaken die u in overweging moet nemen, is de financiële investering die gepaard gaat met deelname aan derogatie. Voor een bedrijf met vijftig hectare zijn de kosten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) vastgesteld op 50 euro, plus 365,40 euro in 2024. Verder zijn er kosten voor grondmonsters, afhankelijk van de oppervlakte van uw percelen.
Voorwaarde: bemonsterde grond
Een van de voorwaarden om deel te nemen aan derogatie: uw grond moet minimaal eens per vier jaar bemonsterd zijn. Deze grondmonsters kunt u overigens ook gebruiken voor de zogenaamde fosfaatdifferentiatie.
Als uw grond niet is bemonsterd, kunt u per hectare 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest aanbrengen. Forfaitair bevat 1 ton rundveedrijfmest 4 kilogram stikstof. Dit betekent dat er ruimte is om 42,5 ton rundveedrijfmest te plaatsen.
Ook gevolgen voor fosfaatplaatsingsruimte
Uw niet bemonsterde grond heeft niet alleen gevolgen voor uw stikstofplaatsingsruimte, maar ook voor uw fosfaatplaatsingsruimte. Niet bemonsterde grond valt namelijk automatisch in de fosfaatklasse ‘hoog’. Dit betekent dat u voor bouwland 40 kilogram fosfaat per hectare kunt plaatsen en voor grasland 75 kilogram fosfaat per hectare.
Rundveedrijfmest (mestcode 14) bevat forfaitair 1,5 kilogram fosfaat per ton. Dit houdt in dat er op bouwland vanuit fosfaatoogpunt maximaal 26,6 ton drijfmest geplaatst mag worden. Op grasland is dit 50 ton.
Is uw grond niet bemonsterd? Dan kunt u alleen de maximale 170 kilogram stikstof plaatsen indien uw areaal voor minimaal 68 procent uit grasland bestaat.
Neemt u niet deel aan derogatie, maar wilt u toch meer dierlijke rundveedrijfmest op uw bedrijf plaatsen? Dan raden wij u aan om uw grond te laten bemonsteren in het kader van de fosfaatdifferentiatie. Stel, de fosfaattoestand van uw bouwland is neutraal, dan mag u toch 42,5 ton rundveemest plaatsen.
Overige overwegingen om te bemonsteren
Naast de gevolgen die niet bemonsterde grond heeft voor uw stikstof- en fosfaatplaatsingsruimte, zijn er meer redenen om het bemonsteren van uw landbouwgrond te overwegen. Overwegingen voor het wel of niet bemonsteren van uw landbouwgrond zijn:
- informatie over waar uw grond behoefte aan heeft
- mestverwerkingsplicht
- boer-boer transport
Wij staan u bij
Wilt u meer weten over het bemonsteren van landbouwgrond? Of bent u benieuwd of u er verstandig aan doet om uw landbouwgrond te bemonsteren? Neem dan contact met ons op via onderstaand formulier. Wij staan u graag bij.