Gepubliceerd: 16-06-2023, laatst gewijzigd:
07-07-2023
Op 12 juni 2023 verscheen de informatie en Kamerbrief over de stoppersregelingen. Gelijktijdig is de AERIUS-tool beschikbaar gemaakt via het RVO-portaal. Hiermee berekent u de stikstofvracht van uw veehouderijlocatie. Ook werd duidelijk dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) van plan is om de regeling op 3 juli 2023 te openen. Ik vertel u er meer over in dit artikel.
We zien op dit moment vier groepen veehouders:
- Bent u piekbelaster en overweegt u vrijwillig te stoppen? Voor u is er de Lbv+-regeling.
- Bent u geen piekbelaster maar overweegt u wel vrijwillig te stoppen? Voor u is er de Lbv-regeling.
- Bent u piekbelaster en wilt u uw bedrijf voortzetten? Er is pas op zijn vroegst najaar 2023 meer duidelijkheid over welke eisen aan u worden opgelegd, en of er aanvullende regelingen opengesteld worden ter ondersteuning.
- Bent u geen piekbelaster en wilt u uw bedrijf voortzetten? Er is pas op zijn vroegst voorjaar 2024 meer duidelijkheid over aan welke eisen u moet voldoen qua klimaat en water, naast stikstof. En of er aanvullende regelingen worden opengesteld ter ondersteuning.
Onzekerheden innovatieregeling
Wat betreft de innovatieregeling voor voortzetters wordt veel voorbereid over het teelt-, voer-, vee-, mest- en stalspoor, hierover is nu nog geen helderheid. Wel is inmiddels bekend dat voorlopig geen enkele vergunningsaanvraag in behandeling wordt genomen voor wijziging aan gebouwen ten opzichte van de vergunde situatie in de Natuurbeschermingswetvergunning. Iets waar veel ondernemers zich flink aan storen. Maar voor veehouders die overwegen vrijwillig te stoppen openen er op 3 juli al wél regelingen.
Kernpunten piekbelaster
Alles start met een nabijgelegen overbelast hexagoon in een natuurgebied. Hierbij wordt de stikstofvracht van uw veehouderij bepaald door de:
- veestapel zoals gemiddeld in 2021 aanwezig
- stalopstelling conform de vergunning, inclusief gebouwinvloeden, uittreedsnelheden en hoogtes
- ligging ten opzichte van natuurgebieden en de overheersende windrichting
Deze factoren bepalen of u een depositie boven de 2.500 mol op een overbelast hexagoon van een natuurgebied hebt. Als u daarboven zit, komt u in aanmerking voor de Lbv+-regeling (120 procent vergoeding). Anders geldt voor u de Lbv-regeling, als u overweegt vrijwillig te stoppen.
Een melkveehouder kan met een emissiearme stal met 200 koeien op 900 meter afstand van een natuurgebied net geen piekbelaster meer zijn. Een collega met 325 koeien op 2500 meter afstand wellicht wel. Zelfs een collega met 80 koeien op 300 meter van een natuurgebied kan een piekbelaster zijn. Achter de AERIUS-tool blijkt dus een flinke rekensom te zitten, om te bepalen of u tot de piekbelasters behoort of niet.
Vergoeding stal en productierechten
De vergoeding voor de waarde van de stal is gebaseerd op het staloppervlak in vierkante meters, de datum waarop het vee als eerste in de stal is gekomen (ingebruikname) en de datum waarop u verwacht dit najaar of volgend voorjaar uw vee en mest te hebben afgevoerd (variërend tussen een maand en veertig jaar). Let op: alleen stallen van vijf jaar of ouder komen in aanmerking. In dit artikel vindt u meer informatie over de vergoedingen en een tabel met de indicatieve waarde die wordt gehanteerd.
Ook vindt u in dat artikel een tabel over de Lbv+ en Lbv-regeling. Deze regelingen hebben alle veehouders als doelgroep. Maar de regelingen zijn voorbereid voor melkvee-, rundvee-, pluimvee- en varkenshouders.
Inschrijven Lbv(+)
Met name voor veehouders die overwegen zich aan te melden is één ding erg bepalend. Namelijk of het bedrijf wel of geen piekbelaster is op basis van de aanwezige veestapel uit 2021. Voor de overige kernpunten is inschrijven niets anders dan de start van een proces om binnen zes maanden tot definitieve afspraken te komen. Is er binnen 6 maanden nog geen afspraak? Dan wordt de beschikking ingetrokken.
Vervolg na inschrijven Lbv(+)
De Lbv- en Lbv+-regelingen richten zich op veehouders die openstaan voor (een gesprek over) vrijwillige beëindiging van hun veehouderijlocatie (stal en dierrechten). Veehouders worden na hun aanmelding door zaakwaarnemers van de RVO of provincie benaderd. Pas na de aanmelding vindt een vervolggesprek plaats.
Onze eerste ervaringen
- Het moment van de ingebruikname van de stal is erg bepalend voor de vergoeding. Later uitgevoerde renovaties krijgen hierbij geen extra waarde toegewezen.
- De stallen moeten na de deelname worden gesloopt of zodanig aangepast dat ze niet meer geschikt zijn voor het houden van vee.
- Maatwerk is mogelijk waarbij u – wanneer u eigenaar bent van meerdere locaties – ook met één locatie kunt deelnemen en op andere locaties uw werkzaamheden kunt voortzetten. Het is echter niet mogelijk om op één locatie met één tak vee (bijvoorbeeld varkens) te stoppen en met een andere tak (bijvoorbeeld koeien) door te gaan.
- Volgens de wettekst kunt u regelingen niet combineren. Wel zien we bij enkele provincies dat er gesproken wordt over stapeling van verschillende regelingen. Dit lijkt hetzelfde, maar dat is het juridisch zo mogelijk net niet.
- Er is nu een AERIUS-calculator, deze geeft een ‘indicatie’. Op 3 juli moet u voor deelname een complete AERIUS-toets invullen met daarin gegevens van vee en Natuurbeschermingswet-vergunning/gebouw. En gegevens over gebouwinvloeden, uittreedsnelheden/hoogtes van ventilatie, overige emissiebronnen en de toewijzing van dieraantallen aan stallen. Onze ervaring leert dat deze aanvullingen wellicht een verschil veroorzaken van 500-800 mol. Dit kan net het verschil zijn tussen wel een piekbelaster zijn of niet. De vrijwillige stopper kan hierbij een ander belang hebben dan de voortzetter.
- Flynth merkt dat veel vrijwillige stoppers op hun locatie willen blijven wonen en een bedrijf willen voortzetten met akkerbouw, loodsen, stalling, paarden of hobbymatig vee. En de grond daarbij behouden. De toekomstige exploitatie en bankschuld bepalen vaak of alle grond behouden kan worden. Deze veehouders zijn bereid om te stoppen met de veehouderij. En hebben weinig moeite met een beroepsverbod voor veehouderij in Nederland of Europa. Wel is het voor hen cruciaal om de vergunning correct in te vullen, zodat zij hun bedrijf kunnen voortzetten zonder veehouderij.
Fiscale gevolgen
Voor de vergoeding voor stallen en dierrechten geldt de verruimde Herinvesteringsreserve. Vrijwillige stoppers proberen te voorkomen dat zij extra belasting moeten betalen. Dit heeft vaak te maken met plannen voor investeringen in grond, machines, een schuur of loods. Ook dit vergt nauwe afstemming met een fiscalist, zodat u binnen de grenzen van de (herinvesterings)regelingen blijft. Dit kan financieel een groot verschil maken.
Waarom voor 3 juli 2023 keuze voorbereiden?
Flynth voorziet dat veehouders die openstaan voor deelname aan de Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderij zich vooral aanmelden om inzicht te krijgen of een handtekening onder een overeenkomst echt verstandig is. Of dat er een beter alternatief is. Juist omdat aanmeldingen op volgorde van binnenkomst worden behandeld totdat het budget benut is, adviseer ik u om al voor 3 juli 2023 te bepalen of u wilt deelnemen. U kunt dan later in het proces, uiterlijk binnen zes maanden na uw beschikking, alsnog besluiten of u daadwerkelijk wilt stoppen.
Uiteraard informeren we u over de openstelling op 3 juli. Maar een voorlopige keuze vooraf lijkt wijs.
Ons toegewijde team staat voor u klaar. Wij ondersteunen u, denken graag mee bij het maken van uw keuze en helpen u bij uw aanmelding. Met aandacht voor de milieuregels, uw bedrijf en uw toekomstwensen. De beslissing om deel te nemen raakt veel aspecten, naast de persoonlijke en emotionele kant, ook fiscale gevolgen, juridische vraagstukken en bedrijfseconomische keuzes. Neem zo spoedig mogelijk contact op met uw adviseur van Flynth. Die bereidt dit graag samen met u voor. U kunt hiervoor ook gebruikmaken van het formulier.