Uw (melk)veehouderij in 2023 en de toekomst

 
Uw (melk)veehouderij in 2023 en de toekomst
Gepubliceerd: 21-12-2023, laatst gewijzigd: 28-12-2023

Uw (melk)veehouderij in 2023 en de toekomst 

Nu het jaar 2023 ten einde komt, kijken we graag terug. Maar we richten de blik ook op de toekomst. In deze blog neem ik u mee in de belangrijkste gebeurtenissen in de agrarische sector van het afgelopen jaar. En kijken we welke invloed dat mogelijk heeft op uw onderneming in het komende jaar. Ook blikken we vooruit op nieuwe regelingen die komen gaan in 2024.  

Het nieuwe GLB  

2023 was voor agrarische ondernemers een jaar met veel aandacht voor nieuwe regelgeving en een Landbouwakkoord dat er niet kwam. Veel ondernemers en hun adviseurs hebben zich verdiept in de toepassing van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in de bedrijfsvoering en de bijbehorende score voor brons, zilver of goud. Bij Flynth vroeg tachtig procent van de agrarische ondernemers naast de basispremie ook eco-premie aan. Meer dan helft van de melkveebedrijven ging voor ‘zilver’.  

Het nieuwe GLB zorgde bij veel partijen voor veel ergernis en extra werk, omdat het stelsel voor ondernemers, maar ook voor de RVO nieuw was. Daarnaast blijkt dat, nu de eerdere (voorlopige) berekeningen definitief zijn vastgesteld, de budgetten ontoereikend zijn om alle inspanningen te belonen. Het kabinet maakt hiervoor vijftig miljoen euro vrij. Los hiervan zijn naar onze mening ook aanpassingen in de uitvoering nodig, wil dit nieuwe systeem overeind kunnen blijven.  

Beëindigingsregelingen en budget 

Op 1 december 2023 is de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij (Lbv) gesloten. 1.240 ondernemers hebben zich aangemeld voor de stoppersregelingen Lbv of Lbv-plus (voor piekbelasters). Deze groep bestaat voor 43 procent uit varkenshouders, 27 procent melkveehouders, 15 procent pluimveehouders, 10 procent kalverhouders en de rest uit een combinatie van diersoorten. Deze ondernemers zien het beëindigen van hun veehouderij als een passend scenario voor hun toekomst en maken straks hun definitieve keuze. Piekbelasters kunnen zich in principe tot en met 5 april 2024 aanmelden voor de Lbv-plusregeling. Uitgangspunt bij Lbv-plus is wie het eerst komt, die het eerst maalt.  

De budgetten voor Lbv en Lbv-plus zijn beide overschreden. Wordt het budget nog verhoogd? Het kabinet zet in op een verdubbeling van het budget, zodat alle ondernemers die willen stoppen en aan de voorwaarden voldoen, subsidie kunnen krijgen. Of de verhoging van het budget ook plaatsvindt is afhankelijk van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en de Europese Commissie in Brussel. We verwachten vanaf april 2024 meer duidelijkheid hierover.  

Maatregelen voortzetters  

Voortzetters, waaronder piekbelasters, krijgen te maken met maatregelen om (verder) te verduurzamen. Zo wordt van u verwacht dat u de stikstofuitstoot vermindert. Hierbij gaat het gaat om regelingen voor het ondersteunen van innoveren, extensiveren, omschakelen of verplaatsen. Ook wordt er een Nationale Grondbank opgezet en is er subsidie op bedrijfsadvies. 

Extensiveren 

Naar verwachting kan er vanaf mei 2024 subsidie worden aangevraagd voor (op te richten) samenwerkingsverbanden en gebiedsplannen. Hierbij moet het doel zijn een vermindering van de CO2-uitstoot in veenweidegebieden of de vermindering van ammoniakemissie rond Natura2000-gebieden. 

Er komt dan subsidie beschikbaar voor het verhogen van het waterpeil in veenweidegebieden, extensivering in Natura2000-overgangsgebieden en voor het oprichten van een samenwerkingsverband en of opstellen van een gebiedsplan.  

Onder voorwaarden kunt u hiermee honderd procent van de subsidiabele kosten vergoed krijgen. De deelnemende percelen moeten voor meer dan de helft in de aangewezen gebieden liggen. Het samenwerkingsverband moet uit minimaal twee partijen bestaan, waarvan minimaal één landbouwer. 

Omschakelen 

Het omschakelen naar een (nog) duurzamere bedrijfsvoering gaat meestal niet vanzelf. De kosten gaan soms voor de baten uit. Soms is het lastig om de financiering rond te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan de omschakeling naar een biologische bedrijfsvoering of naar een natuur inclusieve bedrijfsvoering. Of aan omschakeling naar plantaardige productie. Flynth is, ook op dit moment, bij een aantal investeringsprojecten betrokken waarvoor ook een aanvraag via het Investeringsfonds Duurzame Landbouw wordt ingediend. Het Investeringsfonds Duurzame Landbouw biedt ondersteuning via het verstrekken van een langlopende achtergestelde lening. Voorwaarde is cofinanciering van een bank. De fondslening wordt onder gunstige voorwaarden verstrekt: de rente is twaalf jaar lang 1 procent, lange looptijden en een aflossingsvrije periode. Het op te stellen bedrijfsplan wordt door een beoordelingscommissie beoordeeld op duurzaamheidsaspecten. Een voorwaarde voor het plan is de reductie van stikstofemissie. Andere eisen gaan over de vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, emissiereductie van broeikasgassen, emissiereductie van nitraat, vergroting van de biodiversiteit, versterking van bodembeheer, circulair veevoer, verbetering van dierenwelzijn en diergezondheid. Vier van deze zeven andere eisen moeten worden gerealiseerd.  

Uit evaluatie blijkt dat bijna zestig procent van de aanvragen wordt gehonoreerd.  

Bestaande regelingen bij omschakeling zijn onder andere:  

  • het hierboven genoemde Investeringsfonds Duurzame landbouw, dat komend jaar wordt omgezet naar een definitief fonds 
  • Werkkapitaalregeling Omschakelprogramma 
  • de subsidieregeling SABE met vouchers voor advies en opstellen bedrijfsplan 
  • de diverse aanvullende provinciale regelingen, waarvan de inhoud en voorwaarden verschillen per provincie 

Verplaatsen piekbelasters 

Speciaal voor piekbelasters die niet aan de opkoopregeling Lbv-plus meedoen, is het concept voor een nieuwe verplaatsingsregeling ontwikkeld. De overheid wil hiermee deze piekbelasters, die niet willen stoppen, ondersteunen om hun bedrijf te verplaatsen, zodat het houden van vee op de huidige locatie alsnog stopt.  

Via de regeling kunt u een (fikse) bijdrage als ondersteuning ontvangen voor het waardeverschil van de stallen op de oude en de nieuwe locatie. Dier- of fosfaatrechten worden doorgehaald, maar u krijgt honderd procent vergoeding, zodat u vervangende rechten terug kunt kopen. Hiermee neemt de overheid ook de productieruimte van verplaatsers uit de markt. 

Deze regeling kan indirect ook relevant zijn voor (melk)veehouders die geen piekbelaster zijn en overwegen om hun bedrijf te stoppen. Waarschijnlijk kunnen piekbelasters zich vanaf de zomer 2024 aanmelden voor deze regeling.  

Grondbank 

Naast de provinciale grondbanken, is de Nationale Grondbank opgezet. Het Rijk kan bij de Nationale Grondbank vrijwillig grond aankopen. De Nationale Grondbank kan op vrijwillige basis ook hele bedrijven aankopen die geschikt zijn als alternatieve locatie voor bedrijven die willen verplaatsen.  

Kritieke opbrengstprijs melk 

Flynth ziet dat de kritieke opbrengstprijs voor de melk voor het gemiddelde melkveebedrijf is gestegen naar een actueel niveau tussen 46 en 47 cent per kilogram melk. De kritieke opbrengstprijs is de melkprijs die minimaal nodig is om precies alle kosten en uitgaven te kunnen betalen, inclusief de lasten voor aflossingen, normale jaarlijkse vervangingsinvesteringen en privé-uitgaven. We zien hierbij grote verschillen tussen individuele bedrijven. Uit onderstaand overzicht blijkt dat 46 procent van de melkveebedrijven bij Flynth een kritieke opbrengstprijs voor de melk heeft van 47 cent of meer. De gestegen kritieke opbrengstprijs ten opzichte van de melkprijsontwikkeling, is voor diverse melkveehouders een reden geweest, om zich voor de sluitingstermijn van de beëindigingsregeling Lbv, alsnog aan te melden.   

Tabel 1. Overzicht kritieke opbrengstprijs melk en aandeel bedrijven 

Kritieke opbrengstprijs melk               Aandeel melkveebedrijven                                            

< 39 cent                                                      9% 
39-43 cent                                                  14% 
43-47 cent                                                  32% 
47-51 cent                                                  24% 
>51 cent                                                     22% 

Toekomst zuivel en verschillen 

“Vanuit wereldperspectief bezien, zijn de vooruitzichten voor zuivel goed: er is een groeiende vraag. Aanrollend EU-beleid zoals EU-Green Deal en Farm to Fork-beleid, kan de toekomstige melkprijs ondersteunen. Dat kan de Nederlandse melkveehouder op termijn helpen in de lastige transitie die wacht.” Aldus Roel Jongeneel, econoom en specialist landbouwbeleid van Wageningen Economic Research onlangs op het Nationaal Melkvee Congres.   

Flynth ziet de verschillen tussen individuele melkveebedrijven groter worden. Het margeverschil tussen de top-25 procent bedrijven en gemiddelde bedrijven stijgt richting zeven cent per kilogram melk. Voor een gemiddeld bedrijf met 1,1 miljoen kilogram melk is dat een verschil van bijna 74.000 euro op jaarbasis, oftewel ruim 1.400 euro per week. Onduidelijk is hoelang het gaat duren, voordat de gunstige vooruitzichten voor zuivel zich praktisch vertalen in extra klinkende munt voor de individuele melkveehouder. Het is de vraag is of het elke veehouder lukt om deze periode te overbruggen. Dus zaak om een eerlijke beoordeling te maken, waar u nu staat met het bedrijf en waar u naartoe kunt!    

Rente en derogatie 

In 2023 zijn de rentepercentages flink gestegen. En ook de nieuwe regeling rondom derogatie brengt de nodige kosten met zich mee. De effecten van de stijgende rente en de extra kosten van derogatieafbouw moeten op veel bedrijven nog komen en tellen nog maar beperkt mee in de hierboven genoemde niveaus van de kritische opbrengstprijs.  

Elke procent rentestijging kost op een bedrijf met gemiddelde financiering één eurocent per kilogram melk. Met grote verschillen per individueel bedrijf.  

De afbouw van derogatie kost, afhankelijk van de bedrijfssituatie, één tot drie eurocent per kilogram melk. Hoge kosten voor mestafzet zijn nu al duidelijk merkbaar. Met ook hier grote verschillen tussen individuele bedrijven.  

Met nutriënten verontreinigde gebieden 

Recent zijn de ‘met nutriënten verontreinigde gebieden’ (NV-gebieden) aangewezen. Er zijn ook nieuwe gebieden aangewezen. Dit betekent dat u als melkveehouder opnieuw de gevolgen hiervan en mogelijke oplossingsrichtingen voor uw bedrijf in beeld moet krijgen.  

Tot slot 

Wij begrijpen dat u veel keuzes moet maken. En dat is niet altijd makkelijk. Flynth ondersteunt u hier graag bij. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met uw relatiebeheerder of Flynth-adviseur. Of vul onderstaand contactformulier in.  

 

Hebt u een vraag over dit artikel?

Stel uw vraag via het onderstaande formulier en dan nemen wij contact met u op.
 

Blog

Geschreven door: