Als een natuurlijk persoon een woning verkrijgt die voor hem anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat dienen, hoeft hij maar 2% (of soms zelfs geen) overdrachtsbelasting te betalen.
Bij de beoordeling of aan dit hoofdverblijfcriterium is voldaan, mag rekening worden gehouden met onvoorziene omstandigheden die zich voordoen na de juridische levering, bijvoorbeeld overlijden of (echt)scheiding. Hierdoor is de verkrijger redelijkerwijs niet in staat geweest om de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken. In die gevallen blijft het verlaagde tarief of startersvrijstelling in stand.
Dit gaat ook nu gelden voor onvoorziene omstandigheden die zich voordoen nadat de koopovereenkomst tot stand is gekomen, maar voor de juridische levering. Belangrijk is dat de verkrijger voor het moment van de onvoorziene omstandigheid de intentie had om de woning als hoofdverblijf te gaan gebruiken, maar door deze omstandigheid hier niet meer toe in staat is.