In 2026 moet er nieuwe wetgeving komen die is gebaseerd op de werkelijke rendementen. Tot die tijd wil het kabinet het rechtsherstel wettelijk vastleggen en ook de forfaitaire spaarvariant in een overbruggingswet voor de jaren 2023 – 2025 wettelijk verankeren. In die jaren kunt u dan niet meer kiezen tussen de opties hierboven, maar geldt alleen de forfaitaire spaarvariant.
Twee opvallende bepalingen
In het wetsvoorstel vallen twee bepalingen op.
1. Groene beleggingen
Door aan te sluiten bij de werkelijke samenstelling van het vermogen, is het noodzakelijk geworden om groene beleggingen te splitsen in sparen en beleggen. Dat betekent dat met betrekking tot groene beleggingen twee nieuwe rubrieken in de aangifte ontstaan: groene spaartegoeden en groene beleggingen.
-
De groene spaartegoeden vallen in de vermogenscategorie banktegoeden, waarop het lage forfaitaire rendementspercentage van toepassing is.
-
De groene beleggingen vallen in de categorie overige bezittingen, waarop het hogere forfaitaire rendementspercentage van toepassing is.
Eérst groene beleggingen, dan groene spaartegoeden
Dit heeft tot gevolg dat de vrijstelling voor groene beleggingen over deze twee vermogenscategorieën verdeeld moet worden. Voor groene beleggingen kunt u een vrijstelling krijgen waarbij u alleen belasting hoeft te betalen als de waarde boven een bepaalde drempel uitkomt.
Voorgesteld wordt om deze vrijstelling eerst in mindering te brengen op de groene beleggingen. Het eventueel resterende deel van de vrijstelling wordt in mindering gebracht op de groene spaartegoeden. Deze volgorde van het toepassen van de vrijstelling is in uw voordeel.
2. Peildatum
De waarde van de banktegoeden, overige bezittingen en schulden wordt bepaald op 1 januari van ieder jaar (de peildatum). Daarom kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om overige bezittingen (waar een hoog rendementspercentage op van toepassing is) vlak voor de peildatum te verkopen en tijdelijk om te zetten in banktegoeden (waarvoor een laag rendementspercentage geldt), waarna na de peildatum weer bezittingen met het hoge rendementspercentage worden aangekocht.
Om te voorkomen dat de samenstelling van het vermogen rond de peildatum wordt gewijzigd om een belastingvoordeel te behalen, wordt voorgesteld dat wijzigingen in de samenstelling van het vermogen binnen een aaneengesloten periode van drie maanden rondom de peildatum niet leiden tot een lagere belastingheffing, tenzij er sprake is van zakelijke, niet fiscale overwegingen. Op verzoek moet u dit aannemelijk kunnen maken.