Overige maatregelen

Overige maatregelen

Wat heeft de Miljoenennota nog méér voor u in petto? De belangrijke overige maatregelen op een rij.

Het kabinet wil het regime voor de fiscale beleggingsinstelling niet langer toegankelijk laten zijn voor fiscale beleggingsinstellingen die zelf vastgoed exploiteren.  

In de Miljoenennota vindt u tussen de wirwar van aangekondigde voorstellen een paar summiere regels waarin dit voornemen wordt aangekondigd. Het voorstel is om het gunstige FBI-regime uit te sluiten voor vastgoedvennootschappen/-fondsen. Hoe het kabinet dit wil vormgeven en welke uitzonderingen er zijn, is nog niet duidelijk.  

Huidige structuur aanpassen noodzakelijk 
De Miljoenennota verwijst al wel naar een mogelijke oplossing voor dit probleem. Aandelen in dochtervennootschappen met vastgoed worden uitgezonderd van deze toegankelijkheidseis, het zogeheten ‘indirect vastgoed’. Het aanpassen van uw huidige structuur zal dus noodzakelijk zijn voor een FBI-vennootschap met vastgoed als dit voorstel wordt doorgevoerd.  

Herstructureren? Let op heffing overdrachtsbelasting 
Let op dat u bij een herstructurering van uw beleggingsfonds mogelijk tegen een heffing van overdrachtsbelasting aanloopt. Daarnaast heeft een herstructurering mogelijk ook gevolgen voor de (her)kwalificatie als beleggingsfonds/beleggingsinstelling van uw vennootschap/fonds vanuit de Wet op het financieel toezicht.  

Heeft u vragen over dit onderwerp? Uw Flynth adviseur staat voor u klaar. 

In de Invorderingswet wordt een nieuwe bepaling opgenomen. De bedoeling hiervan is dat bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden u géén invorderingsrente hoeft te betalen.

Het gaat hier om situaties waarin het door uitzonderlijke omstandigheden niet redelijk is om invorderingsrente in rekening te brengen.  

Deze specifieke gevallen worden opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990. Een voorbeeld hiervan is de invorderingspauze die is geboden voor de in 2022 opgelegde voorlopige aanslagen inkomstenbelasting over het jaar 2022 met box 3-inkomen. Door het opnemen van deze delegatiebepaling wordt nu de wettelijke basis gecreëerd voor het afzien van de invorderingsrente. 

De consumptie van frisdranken wordt (wat) ontmoedigd. Een verhoging van de verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken moet daarbij helpen. 

Per 1 januari 2023 zal het tarief per hectoliter alcoholvrije drank worden verhoogd met 11,37 euro naar 20,20 euro. Met deze maatregel gaat ook de verbruiksbelasting op lichte bieren omhoog. Vanuit beleidssystematiek bestaat de wens om de verbruiksbelasting hierop ten minste op hetzelfde niveau te houden als die voor frisdranken.  

Uitgezonderd: belasting op mineraalwater 
De verbruiksbelasting op mineraalwater wordt van deze maatregel uitgezonderd. Let op: Deze begunstigende maatregel gaat pas 1 jaar later (per 1 januari 2024) in! 

Met deze maatregel worden frisdranken en lichte bieren duurder. Door de maatregel niet voor mineraalwater te laten gelden, wordt dit het gunstiger geprijsde alternatief is het idee. Nu maar hopen dat de consument dit ook zo doorberekend krijgt. 

Het kabinet neemt voor 2023 een aantal incidentele maatregelen vanwege de hoge energieprijzen. Het gaat om: 

  1. een incidentele verlaging van het tarief voor aardgas en elektriciteit in de energiebelasting 
  2. een tijdelijk hogere belastingvermindering in de energiebelasting. Deze tijdelijke maatregel eindigt eind 2023.  

De belastingvermindering is een vaste korting op het energiebelastingdeel van de energierekening en geldt per elektriciteitsaansluiting per woning. Op deze wijze wordt geprobeerd de energierekening van huishoudens te dempen.  

Meer tijd om processen aan te passen 
In afwijking van het coalitieakkoord worden de verhoging van het tarief op aardgas en de verlaging van het tarief op elektriciteit als klimaatprikkel in de energiebelasting pas doorgevoerd in 2024 in plaats van 2023. Op deze wijze krijgen met name bedrijven meer tijd om hun processen aan te passen en worden hun lasten in 2023 niet verder verhoogd.  

Wetsvoorstel voor bijmengverplichting groen gas 
Daarnaast is een wetsvoorstel in de maak voor een bijmengverplichting van groen gas. Omdat de kosten van de consumptie van aardgas zullen stijgen bij de introductie van de bijmengverplichting, wordt de belastingvermindering per 1 januari 2023 verhoogd. De gebruiker merkt dan per saldo minder van de verhoogde kostprijs van het product. 

ODE-tarieven opgenomen in energiebelasting 
Ter vereenvoudiging van het energiebelastingstelsel worden de tarieven voor de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) opgenomen in de energiebelasting. Deze opslag bedraagt dan nihil. Op termijn wordt de Wet ODE ingetrokken.  

Ook wijzigingen in hogere verbruiksschijven energiebelasting 
In de nabije toekomst (2024-2025) komen er wijzigingen in de hogere verbruiksschijven van de energiebelasting. De energiebelasting kent een degressieve tariefstructuur: hoe hoger het verbruik, hoe lager het belastingtarief. Daarnaast wordt aardgas in de tweede en derde schijf minder zwaar belast dan elektriciteit. Door deze twee factoren is de prikkel om minder aardgas te verbruiken of over te stappen op duurzamere (geëlektrificeerde) technieken nu te klein.   
 
Overige voorstellen tarieven 
Voorgesteld wordt om de tariefstructuur in de energiebelasting minder degressief te maken en het tarief voor de elektriciteit in de tweede en derde verbruiksschijf te verlagen. Het coalitieakkoord heeft maatregelen vanaf 2025 voorgesteld, zoals het afschaffen van het verlaagde energiebelastingtarief voor de glastuinbouw en het beperken van de WKK-inputvrijstelling voor gas. Deze maatregelen zijn nog niet verwerkt in het wetsvoorstel. De ingangsdatum van die coalitieakkoordvoorstellen zijn op dit moment nog niet bekend.  

De nieuwe CO2-aanpak fiscaal vertaald 
Industriële bedrijven die te veel CO2 uitstoten gaan vanaf 1 januari 2023 meer belasting betalen. Het deel van de uitstoot waarover u nu geen belasting hoeft te betalen (de vrijgestelde uitstoot), wordt vanaf die datum kleiner. Zo wil het kabinet de industrie stimuleren minder CO2 uit te stoten. 

Missie: verduurzaming productieproces 
Het doel van dit wetsvoorstel is verduurzaming van het productieproces. De doelstelling voor 2030 zoals vastgelegd in het Klimaatakkoord was een vermindering met 14,3 megaton CO2. Het doel van het wetsvoorstel is een extra vermindering van ruim 4 megaton CO2-uitstoot in 2030.  

Dit doel wil men bereiken door het vrijgestelde deel waar geen heffing over betaald hoeft te worden te verkleinen. Bedrijven die veel CO2 uitstoten gaan zo per saldo meer belasting betalen. In 2024 wordt nog bekeken of voor het behalen van de verhoogde emissiereductiedoelstelling ook een aanpassing van het tarief van de CO2-heffing per 1 januari 2025 nodig is.  

De markt voor onroerend goed mag zich in veel aandacht verheugen. Ieder denkt er zo het zijne van, maar de problematiek heeft het Kabinet tot nadere maatregelen verleid. 

De woningmarkt functioneert niet zoals het Kabinet dit graag zou zien. Een van de belangrijkste klachten is dat starters moeilijk toegang krijgen. De oorzaak hiervoor wordt gezocht in het feit dat woningen veel als “belegging” worden aangehouden. Resultaat is dat de starter vaak alleen kan huren en minder makkelijk vermogen opbouwt. 

De afgelopen jaren is in de overdrachtsbelasting zichtbaar geworden dat het Kabinet, stap voor stap, maatregelen neemt om tot hervorming te komen.  

Op 1 januari 2021 werd het lage tarief van 2 procent voor woningen alleen nog maar bereikbaar voor diegenen die de aangeschafte woning ook als eigen woning gebruiken. Tegelijkertijd werd destijds het algemene tarief verhoogd van 6 procent naar 8 procent. Gevolg was dus dat voor beleggers in woningen het tarief maar liefst vier keer over de kop ging. In het coalitieakkoord werd vervolgens afgesproken het algemene tarief van 8 procent naar 9 procent te brengen. Het tarief van 2 procent zou in stand blijven voor de eigenwoningbezitters.  

Per 1 januari 2023 zal het algemene tarief, in tegenstelling tot de 9 procent in het regeerakkoord, verhoogd worden naar 10,4 procent. Het 2 procentsarief blijft ongewijzigd. 

Voor ondernemers die bijvoorbeeld hun aan de BV verhuurd bedrijfspand aan die BV willen overdragen wellicht een goede reden nú te handelen. Ook in andere situaties waarin een verkoop binnenkort aan de orde is een reden om de overdracht naar voren te halen! 

De verhoging van de overdrachtsbelasting gaat een meer bepalende rol spelen binnen de advisering over verhuurd vastgoed en ontwikkelingsvastgoed. Met name daar waar het gaat om eigendomsoverdrachten bij vastgoedstructureringen. 

Vragen?

Onze experts staan voor u klaar

Onze experts staan voor u klaar

Welke gevolgen heeft het belastingplan 2023 voor u en uw onderneming? Neem voor vragen gerust contact met ons op. Onze experts voorzien u graag van het juiste advies.