Vennootschapsbelasting

Vennootschapsbelasting

Wat verandert er allemaal omtrent de vennootschapsbelasting?

Overzicht

U heeft als ondernemer de gelegenheid om een liquiditeitsvoordeel te behalen door Corona-verliezen uit 2020 eerder fiscaal te verrekenen. Dit is mogelijk door voor het fiscale jaar 2019 een fiscale Coronareserve te vormen. U moet wel rekening houden met mogelijke negatieve gevolgen voor andere fiscale regelingen. Ook goede motivering van de reserve is belangrijk.

De mogelijkheid om voor het fiscale jaar 2019 een fiscale reserve te vormen onder de naam Coronareserve is opgenomen in het Belastingplan 2021. Feitelijk is dit een bevestiging van een eerder bekendgemaakte goedkeuring. Belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting kunnen in 2019 deze Coronareserve vormen voor het Corona-gerelateerde verlies dat zich naar verwachting in 2020 voordoet. Op deze manier kunt u de Corona-verliezen uit 2020 vervroegd fiscaal verrekenen en zo een liquiditeitsvoordeel behalen.

Twee begrenzingen

Deze nieuwe reserve kent twee elementen die de hoogte begrenzen:

  1. De reserve mag niet groter zijn dan het voor het jaar 2020 verwachte verlies voor zover dat direct verband houdt met de coronacrisis. Denk bijvoorbeeld aan een verlies door omzetderving als gevolg van overheidsmaatregelen, terwijl allerlei (vaste) kosten blijven doorlopen.

  2. De toevoeging aan de reserve mag bovendien niet hoger zijn dan de (positieve) winst die over het jaar 2019 behaald zou zijn als u geen reserve had gevormd. De toevoeging aan de reserve kan dus niet leiden tot een verlies over 2019.

Onderbouwing

U zult de hoogte van de toevoeging aan de reserve wel op een redelijke manier moeten onderbouwen. Dit moet aan de hand van een begroting of anderszins gebeuren op het moment van indienen van de aangifte Vennootschapsbelasting 2019. De bewijslast ligt bij u als belastingplichtige en eventueel uw adviseur. Misbruik van de regeling zal worden bestreden, dus het is goed om hier serieus mee om te gaan. Wanneer u bij het indienen van de aangifte Vennootschapsbelasting 2019 nog geen rekening heeft gehouden met de vorming van deze reserve, kunt u dat alsnog doen door het indienen van een nieuwe aangifte over dat jaar.

Mogelijke negatieve gevolgen

De vorming van een Coronareserve kan (negatieve) gevolgen hebben voor andere regelingen in de vennootschapsbelasting, zoals renteaftrekbeperkingen. Het is zaak om die van tevoren goed te beoordelen.

Let op boekjaar en fiscale eenheid

De regeling voor Coronareserves geldt voor belastingplichtigen die een boekjaar hanteren dat gelijk is aan het kalenderjaar. Ook belastingplichtigen die een gebroken boekjaar hanteren, kunnen deze reserve vormen. Voorwaarde is dan dat het laatste boekjaar eindigt in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2020. Er zijn afzonderlijke regelingen getroffen voor de situatie dat de belastingplichtige onderdeel uitmaakt van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting en voor de situaties waarin de vennootschapsbelasting onlangs in een fiscale eenheid is opgenomen of er juist uit is gegaan. De Coronareserve die in 2019 is gevormd, valt uiteindelijk volledig vrij ten gunste van het resultaat in het boekjaar 2020.

Het kabinet heeft het voornemen om voor de vennootschapsbelasting de verrekening van voorheffingen - zoals dividend- en kansspelbelasting - per 1 januari 2022 te beperken tot de in een jaar verschuldigde vennootschapsbelasting. De niet-verrekende voorheffingen schuiven dan door naar een later jaar.

Dit voornemen heeft te maken met een arrest van het Europese Hof van Justitie uit 2018 in een Franse zaak (Sofina). Hoewel de Franse regeling niet helemaal gelijk is aan de Nederlandse wetgeving, meent het kabinet dat Nederland in een procedure door hetzelfde Hof in het ongelijk zou worden gesteld.

Huidige regeling

In Nederland gevestigde  N.V.’s of B.V.’s (en andere Vpb.-plichtige lichamen) kunnen voorheffingen volledig verrekenen met de verschuldigde vennootschapsbelasting. Als een lichaam  fiscaal verlies lijdt  en dus geen vennootschapsbelasting hoeft te betalen - dan heeft dat lichaam recht op volledige teruggaaf van de voorheffingen, zoals ingehouden dividendbelasting en kansspelbelasting. Vergelijkbare lichamen die in het buitenland gevestigd zijn, hebben die mogelijkheid echter niet. Dit verschil in behandeling is mogelijk niet gerechtvaardigd op grond van het Sofina-arrest.

Beoogde maatregel

De beoogde maatregel beperkt de verrekening van voorheffingen tot de in een jaar verschuldigde vennootschapsbelasting. Als in een jaar verrekening van voorheffingen niet mogelijk is doordat het lichaam geen winst heeft behaald en dus geen vennootschapsbelasting hoeft te betalen, schuiven die niet-verrekende voorheffingen door naar een later jaar. De voorheffing gaat dus niet verloren, maar verschuift naar een later tijdstip.

Goedkeuring

Vooruitlopend op deze nieuwe maatregel wordt binnenkort een beleidsbesluit gepubliceerd waardoor een inspecteur onder bepaalde voorwaarden toch teruggaaf kan geven van dividendbelasting en kansspelbelasting aan lichamen die buiten Nederland zijn gevestigd.

De lagere tariefschijf in de vennootschapsbelasting is nu nog begrensd op € 200.000. Deze tariefschijf gaat vanaf volgend jaar in twee stappen omhoog naar € 245.000 in 2021 en € 395.000 in 2022.

Ondernemers met een kleiner bedrijf (met een winst tot maximaal € 245.000 in 2021), profiteren van een verlaging van het tarief in deze eerste schijf van 16,5%  naar 15%. Maar voor grotere bedrijven gaat de eerder aangekondigde verlaging van het tarief over winsten in de tweede schijf van 25% naar 21,7% niet door.

Op basis van deze veranderingen geven we u graag twee tips mee.

Tip 1
Vormt u met verschillende vennootschappen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting?Overweeg dan om die fiscale eenheid geheel of gedeeltelijk te verbreken. Daardoor kan mogelijk iedere vennootschap een beroep doen op de verlengde 1e schijf en het bijbehorende lagere tarief.
Overleg dit wel met uw fiscaal adviseur, want de verbreking van de fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan ook ongewenste fiscale gevolgen hebben.

Tip 2
De aanpassingen van het tarief en de tariefschijven in de Vpb kunnen er voor zorgen dat het eerder aantrekkelijk is om uw onderneming uit de IB-sfeer om te zetten naar een (of meerdere) B.V.’s of ’ N.V.’s. Uiteraard spelen daar ook veel andere factoren een rol, dus overleg altijd eerst met uw fiscaal adviseur.

In de aanbiedingsbrief van het Belastingplan 2021 wordt aangekondigd dat er nog een aanscherping komt van de liquidatieverliesregeling. Deze regeling zal er met ingang van 1 januari 2021 als volgt uit komen te zien.

Een liquidatieverlies van een deelneming, voor zover dat meer bedraagt dan € 5 miljoen per deelneming, is slechts aftrekbaar indien:

  • de belastingplichtige een kwalificerend belang heeft in het ontbonden lichaam qua zeggenschap (kwantitatieve voorwaarde); en
  • het ontbonden lichaam is gevestigd in Nederland, een andere lidstaat van de EU, de EER of een staat waarmee de EU een specifieke associatieovereenkomst heeft gesloten (territoriale voorwaarde); en
  • een liquidatieverlies is alleen aftrekbaar indien de liquidatie plaatsvindt binnen een termijn van drie kalenderjaren na het kalenderjaar waarin de onderneming (nagenoeg) geheel is gestaakt, dan wel het besluit daartoe is genomen. Tegenbewijs is daarbij overigens wel mogelijk. Deze temporele voorwaarde is niet fataal, als er een niet fiscale reden is voor het niet voldoen aan de voorwaarde, omdat in sommige landen de liquidaties (zeer) lang kunnen duren.

Voor deelnemingen die ten tijde van de inwerkingtreding nog niet zijn geliquideerd, geldt in beginsel geen overgangsrecht met betrekking tot de kwantitatieve en de territoriale voorwaarde, maar in bepaalde situaties wel met betrekking tot de temporele voorwaarde. Het wetsvoorstel voorziet daarnaast ook in diverse antimisbruikbepalingen, zoals bijvoorbeeld een doorkijkregeling bij de liquidatie van een tussenhoudster.

Voor wat betreft de stakingsverliesregeling voor vaste inrichtingen worden vergelijkbare beperkingen voorgesteld.

Het zal ongetwijfeld weer een complexe regeling worden, waarover regelmatig zal worden geprocedeerd. Positief is in ieder geval wel, dat er een soort “MKB-drempel” in het wetsvoorstel wordt opgenomen waardoor liquidatieverliezen tot max. € 5 miljoen hierdoor niet worden getroffen.

Na publicatie van deze regeling zullen wij u over de details op de hoogte stellen.

Tip!

Er is voor enkele situaties overgangsrecht voorgesteld. Zo geldt, als voor 1 januari 2021 is gestaakt of besloten is tot staking en de vereffening is voltooid voor eind 2023, de temporele voorwaarde niet.

Het kabinet kondigt nu alvast aan dat het in het voorjaar van 2021 met een afzonderlijk wetsvoorstel zal komen om het zogenaamde “arm’s lengthbeginsel” aan te passen. Dit beginsel houdt in dat afzonderlijke vennootschappen die binnen een concern met elkaar handelen, daarvoor marktconforme prijzen moeten betalen. Zij moeten dus ook binnen concern met elkaar handelen alsof zij met een derde-partij handelen. Dit is vooral van belang in internationale situaties, omdat in die situaties nog wel eens geschoven wordt met winsten naar laag belastende landen.

Door aan te sluiten bij de marktconforme prijzen behalen concernvennootschappen op die manier ook een marktconforme winst, die in het land van vestiging in de belastingheffing wordt betrokken. Zo ontvangt ieder land een fair share van de belastingopbrengsten.

Het nieuwe wetsvoorstel beoogt een neerwaartse aanpassing van de Nederlandse fiscale winst op grond van het arm’s-lengthbeginsel te beperken in situaties waarin de vergoeding in een ander land bij een gelieerde partij niet of voor een lager bedrag als opbrengst in de heffing wordt betrokken. Het doel van deze maatregel is om belastingontwijking tegen te gaan, die door middel van de zogenoemde informeel-kapitaalstructuren kan plaatsvinden.

De exacte reikwijdte van dit voorstel moet nog worden afgewacht. De maatregel vloeit voort uit de aanbevelingen van de Adviescommissie belastingheffing van multinationals. Of dat ook inhoudt dat deze beperking uitsluitend in internationale verhoudingen, of ook in nationale verhoudingen gaat gelden, zal volgend voorjaar duidelijk worden. Wij zullen het voorstel afwachten en u te zijner tijd hierover informeren.

Vragen?

Onze experts staan voor u klaar

Onze experts staan voor u klaar

Welke gevolgen heeft het belastingplan 2023 voor u en uw onderneming? Neem voor vragen gerust contact met ons op. Onze experts voorzien u graag van het juiste advies.