Gepubliceerd: 19-09-2018, laatst gewijzigd:
19-04-2022
Piet is al op leeftijd en krijgt te horen dat hij nog een aantal maanden te leven heeft en denkt: “ik neem het ervan”. Hij gaat reizen, naar het casino, hij geniet nog met volle teugen. Hij heeft twee kinderen en die wil hij ook niet met lege handen laten staan, dus schenkt Piet zijn laatste geld aan zijn kinderen. Piet overlijdt na een fantastisch leven en alles lijkt geregeld. Maar naenige tijd ontvangen de kinderen nog een navorderingsaanslag van de Belastingdienst. Wat blijkt, Piet had iets teveel genoten en vergeten met de Belastingdienst alles goed te regelen. Wat nu? Moeten zij deze aanslag nog betalen? Hadden zij de erfenis (die er niet was) beter beneficiair kunnen aanvaarden?
Op dit moment is in de wet geregeld dat erfgenamen die de nalatenschap zuiver aanvaarden met hun gehele vermogen aansprakelijk zijn voor de schulden van de erflater. Maar voor belastingschulden die pas zijn vastgesteld na overlijden, zoals bij Piet, zijn erfgenamen alleen aansprakelijk voor het bedrag wat zij uit de erfenis hebben verkregen. De kinderen van Piet hebben geen erfenis ontvangen. De schenking die Piet voor zijn overlijden heeft gedaan valt hier niet onder. De kinderen hoeven de navorderingsaanslag niet te betalen. De Belastingdienst ‘trekt hier aan het kortste eind’.
Om bovenstaande te voorkomen zijn met Prinsjesdag twee regelingen voorgesteld:
1. Uitbreiding verhaalsmogelijkheden erfgenamen
De bestaande regeling dat erfgenamen alleen aansprakelijk zijn voor de belasting- en aansprakelijkheidsschulden die na het overlijden zijn vastgesteld, voor zover zij een erfenis of legaat hebben ontvangen, wordt uitgebreid. Dit wordt gedaan het bedrag dat de erfgenamen hebben ontvangen van de erflater door een schenking die is gedaan binnen 180 dagen voorafgaand aan het overlijden van de schenker.
Indien Piet binnen de 180 dagen de schenking heeft gedaan, zullen de kinderen op basis van de voorgestelde uitbreiding de navorderingsaanslag dienen te voldoen. Hierbij geldt dat zij aansprakelijk zijn tot maximaal het bedrag van de schenking die zij hebben ontvangen, zij hoeven de navorderingsaanslag dus niet uit hun eigen vermogen te voldoen. Daarnaast zijn bepaalde schenkingen, zoals bijvoorbeeld de schenking ten behoeve van de eigen woning uitgezonderd.
De kinderen denken nu: ‘hadden we maar beneficiair aanvaard’ dan waren we niet aansprakelijk voor de schulden van Piet. Maar helaas op grond van de regeling zoals deze nu is voorgesteld kunnen de kinderen ook bij het beneficiair aanvaarden wel aansprakelijk gesteld worden voor navorderings- en naheffingsaanslagen die na het overlijden van Piet worden vastgesteld tot maximaal het bedrag dat geschonken is binnen de 180 dagen voor het overlijden van Piet. Dus ook dat zou niet uitgemaakt hebben voor de kinderen van Piet.
2. Aansprakelijkheid van begunstigden
Stel, Piet heeft nog iets langer geleefd dan hij dacht. De schenking aan zijn kinderen heeft hij een jaar voordat hij overlijdt gedaan. Bovenstaande verruimde regeling is dan niet van toepassing omdat de schenking niet binnen 180 dagen voor overlijden is gedaan. Maar er is ook een nieuwe regeling voorgesteld waarin de Belastingdienst de begunstigden aansprakelijk kan stellen voor niet inbare belastingschulden van bijvoorbeeld een schenker. In het verhaal van Piet, kan de Belastingdienst de belastingschuld niet meer op Piet verhalen omdat hij zijn vermogen aan zijn kinderen, dat zijn in dit geval de begunstigde, heeft geschonken.
In deze gevallen kan de Belastingdienst onder voorwaarden een beroep doen op de voorgestelde aansprakelijkheid van begunstigden. Eén van deze voorwaarden is dat de Belastingdienst aannemelijk dient te maken dat er sprake is van een ‘verhaalsconstructie’. In het voorbeeld van Piet, kan de Belastingdienst de kinderen van Piet aansprakelijk stellen indien zij aannemelijk maken dat Piet wist dat hij nog een belastingschuld moest betalen en daarom zijn vermogen aan zijn kinderen schenkt zodat er ook wat voor hun overblijft en niet alles naar de Belastingdienst zou gaan.
Zoals u leest, komt het konijn niet zomaar tevoorschijn uit de hoge hoed. De uitbreiding van de verhaalsmogelijkheden op erfgenamen met schenkingen gedaan binnen 180 dagen voor overlijden zien alleen op navorderingsaanslagen of naheffingsaanslagen opgelegd na overlijden. Deze aanslagen krijgt u in beginsel alleen als achteraf blijkt dat u iets vergeten bent in uw aangifte op te geven dan wel indien u vergeten bent aangifte te doen. De voorgestelde regeling om begunstigden aansprakelijk te stellen is kort gezegd van toepassing als u handelingen verricht met het doel om de Belastingdienst te benadelen. Om dit te toetsen zijn een aantal voorwaarden opgenomen in het voorstel. Mochten de voorstellen wet worden, dan adviseren wij u om bovenstaande in het achterhoofd te houden zodat uw erfgenamen niet voor verrassingen komen te staan.