Stikstofrechten en fosfaatrechten zijn geen cadeau

 
Stikstofrechten en fosfaatrechten zijn geen cadeau
Gepubliceerd: 27-01-2021, laatst gewijzigd: 24-01-2024

In FD van 11 januari 2021 verscheen het artikel: “Uitstootrechten leveren boeren op papier miljarden euro’s op.”. Het artikel wekt de indruk dat de landbouwsector op papier mogelijk 18 miljard euro rijker zou zijn geworden als  “…neveneffect van het vaak door hen bekritiseerde milieubeleid van de overheid…” Ook wordt gemeld: “De miljarden die de rechten waard zijn, 'krijgen de boeren gratis van de overheid. Dat kan als oneerlijk gezien worden', weet expert Edwin Woerdman van de universiteit Groningen. 'Het omgekeerde van het principe dat de vervuiler betaalt', noemde hoogleraar Herman Vollebergh van de universiteit Tilburg dit.”

Jan Paul Kleijwegt is Senior juridisch adviseur bij Flynth en geeft aan dat dit genuanceerder ligt:

Gebonden aan melkvee-aantallen

Per 1 januari 2018 zijn fosfaatrechten toegekend aan alleen melkveehouders (dus niet aan de landbouwsector als geheel) op basis van de melkvee-aantallen per 2 juli 2015 minus in veel gevallen een korting van 8,3% vanwege niet-grondgebondenheid. Melkveehouders die hun bedrijven hadden uitgebreid vanaf 2 juli 2015, dienden dus vanaf 1 januari 2018 tenminste in te krimpen tot het niveau van 2 juli 2015 of fosfaatrechten aan te kopen om hun veestapel op peil te kunnen houden. Bij aankoop of verkoop van fosfaatrechten wordt overigens gekort met 20%, zodat per saldo iedere fosfaatrecht transactie iets afknibbelt van het maximale aantal stuks melkvee dat in Nederland mag worden gehouden en dus de melkveesector (als het gaat om dieraantallen) doet krimpen, zonder dat de sector daarvoor wordt vergoed.

Extra financiering nodig voor investeringen

Melkveehouders die vóór 2 juli 2015 hadden geïnvesteerd in groei van hun bedrijf, maar op deze datum de groei nog niet of niet geheel hadden gerealiseerd, kunnen alleen verder met de realisatie als zij de extra middelen hebben om fosfaatrechten te kopen. Zijn die middelen er niet of zijn banken niet bereid om extra financiering te geven, dan is maar de vraag of en hoe de reeds gedane investeringen rendabel kunnen worden gemaakt.

Staatssteun

In hun juridische strijd tegen het stelsel van fosfaatrechten hebben de melkveehouders zelf betoogd dat dit stelsel leidt tot ongeoorloofde staatssteun. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (de hoogste bestuursrechter in fosfaatrecht-zaken) ziet dit anders; zie bijvoorbeeld de recente uitspraak van 12 januari 2021. Er is dus geen sprake van ongeoorloofde staatssteun als we het hebben over fosfaatrechten. Overigens het feit dat vele honderden melkveehouders in bezwaar en beroep zijn gegaan tegen de toekenning van fosfaatrechten, wijst er op dat zij zich niet verrijkt voelen met de ‘gratis’ fosfaatrechten.   

Stikstofrechten bestaan niet

Wel is het mogelijk dat bedrijven die beschikken over vergunningen om activiteiten te verrichten die leiden tot uitstoot van stikstof, aantoonbaar hun stikstofuitstoot verminderen en vergunningen inleveren, waardoor andere bedrijven een deel van die vermindering (70%) mogen aanwenden om zelf (meer) stikstof te mogen uitstoten. Dit wordt wel extern salderen genoemd. Het gaat hierbij echter niet alleen om agrarische bedrijven als “saldo-gevende activiteit” . Ook niet agrarische bedrijven die vergund / legaal stikstof mogen uitstoten kunnen als “saldo-gevende-activiteit” worden betrokken bij extern salderen. “Stikstofrechten” zijn dus geen zelfstandige, verhandelbare rechten, laat staan rechten die exclusief of gratis zijn toegekend aan de agrarische sector.

Locatie onafhankelijk

De waarde van fosfaatrechten staat los van de plaats van vestiging van de verkoper en koper. De melkveehouder in Friesland kan met zijn koeien net zoveel fosfaat produceren op grond van fosfaatrechten die gekocht zijn van een Zeeuwse boer als met fosfaatrechten die afkomstig zijn uit Limburg.

Extern salderen

Voor het extern salderen van stikstofuitstoot geldt dit niet. Hierbij geldt dat hoe dichter de saldo-gevende activiteit zich bevindt bij de saldo-ontvangende activiteit, des te meer de saldo -ontvangende activiteit zal willen betalen voor overname van de stikstofuitstoot.
Dit komt doordat in het kader van het extern salderen het er uiteindelijk om gaat dat minder stikstof neerslaat (depositie) op stikstofgevoelige gebieden. Hoe verder een bedrijf is gevestigd van een stikstofgevoelig gebied, des te minder zal de stikstofuitstoot van dat bedrijf leiden tot stikstofdepositie op het stikstofgevoelige gebied. Daarom zullen bedrijven in de Rotterdamse havens meer willen betalen om extern te kunnen salderen met bedrijven die in de nabijheid zijn gevestigd (zoals Zuid-Hollandse boeren), dan met bedrijven in Groningen of De Achterhoek.          

Hebt u een vraag over dit artikel?

Stel uw vraag via het onderstaande formulier en dan nemen wij contact met u op.
 

Nieuws

Geschreven door: