Geslaagd beroep tegen te soepel beleid

 
Gepubliceerd: 21-10-2021, laatst gewijzigd: 24-01-2024

Het lijkt wat vreemd dat de overheid je benadeelt door de wet soepel toe te passen. Toch kan het. Onlangs heeft een  Flynth-jurist zich daar met succes tegen verzet. Het betrof een Europese subsidie voor jonge landbouwers. Een jonge landbouwer kan steun krijgen als hij of zij niet langer dan 5 jaar geleden zeggenschap heeft gekregen over het bedrijf. Maar bij vormen van samenwerking is er een lastig punt: hoeveel zeggenschap moet er zijn? 

Het Ministerie van LNV voerde tot 2019 het beleid dat een jonge landbouwer nog geen subsidie kon krijgen als er sprake was van samenwerking met een proefperiode. Bijvoorbeeld een maatschap met de vader die de samenwerking eenzijdig kan beëindigen, waardoor de jonge landbouwer het bedrijf weer moet verlaten. 

Aanvraag afgewezen 

Een klant van Flynth had sinds 2013 zo’n ‘proefmaatschap’. De bepaling dat de ouders hem uit het bedrijf konden zetten werd in 2015 geschrapt. In het beleid van de minister was 2015 daarom het eerste jaar dat hij de subsidie voor jonge landbouwers kon aanvragen. In 2019 wilde hij dat ook doen, maar toen was net het beleid gewijzigd. De minister hield geen rekening meer met de proeftijd, maar keek alleen of de samenwerking wel of geen einddatum had. Omdat de maatschap voor onbepaalde tijd was aangegaan, oordeelde de minister dat de jonge landbouwer in 2019 al langer dan 5 jaar geleden zeggenschap had gekregen. Dat is te lang, dus werd de aanvraag afgewezen. 

Tijdelijkheid van de samenwerking 

Het is bijzonder dat de aanleiding voor het wijzigen van het beleid lag in enkele uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het CBb vond het beleid in bepaalde gevallen te streng. Ook als de samenwerking eenzijdig kan worden beëindigd, kan er voldoende zeggenschap zijn. De minister trok de conclusie om niet meer te kijken naar een proefperiode, maar alleen naar de tijdelijkheid van de samenwerking. Een foute conclusie, zo is nu gebleken. 

Niet de dupe van versoepeling 

Flynth-jurist Christiaan van Harten heeft met succes bij het CBb bepleit dat een proefperiode wel degelijk van belang kan zijn. Dat het niet terecht is een subsidieaanvraag af te wijzen omdat de jonge landbouwer in die proefperiode – en dus al met al te lang- de vereiste zeggenschap zou hebben. Van de versoepeling van het beleid mocht hij niet de dupe worden. 

Nieuw beleid 

Door de nieuwe uitspraak zal de minister het beleid opnieuw moeten aanpassen. Hoe het zal worden, moeten we afwachten. Duidelijk is wel dat niet alleen de duur van de samenwerking, maar ook de inhoud ervan bepalend is voor het recht op subsidie.  

Vraag een Flynth-jurist wat de mogelijkheden zijn voor de subsidies voor een jonge landbouwer als sprake is van samenwerking! 

Hebt u een vraag over dit artikel?

Stel uw vraag via het onderstaande formulier en dan nemen wij contact met u op.
 

Praktijkverhaal

Geschreven door: