Gepubliceerd: 08-10-2019, laatst gewijzigd:
08-10-2019
Een belangrijk voordeel van een bv is het afgescheiden vermogen. Daardoor kunnen schuldeisers zich niet zomaar verhalen op uw eigen vermogen als bestuurder(s). Maar let op: deze bescherming kent voorwaarden. Zo moet u wel “behoorlijk besturen”.
Er zijn verschillende redenen om de bv-vorm te kiezen voor uw onderneming. Om te beginnen kan dit fiscale voordelen opleveren. Maar er is ook een juridisch argument: de bv beperkt uw eigen aansprakelijkheid als ondernemer. Gaat de bv failliet, dan raakt dat alleen de vennootschap. Uw privébezittingen blijven in principe buiten schot. Toch gebeurt het regelmatig dat een bestuurder bij een faillissement zelf aansprakelijk wordt gesteld voor verplichtingen van de bv of het tekort in het faillissement. Hier leggen we uit hoe dat zit – en hoe u kunt voorkomen dat het zover komt.
1. Interne aansprakelijkheid
Allereerst kunt u als bestuurder aansprakelijk zijn ten opzichte van de bv zelf. U heeft de plicht om uw bestuurstaken behoorlijk te vervullen. Doet u dat niet, dan bent u – als een ernstig verwijt gemaakt kan worden - in principe aansprakelijk voor de schade die de bv daardoor lijdt. Deze aansprakelijkheid geldt niet als u niet nalatig bent geweest bij het afwenden van de gevolgen van het onjuiste bestuur. Zorg dus dat u zorgvuldig handelt bij het uitvoeren van uw bestuurstaken.
Overigens is dit de aansprakelijkheid waaruit de algemene vergadering u met de welbekende décharge voor het betreffende jaar uit kan ontslaan.
2. Aansprakelijkheid bij faillissement
Als de bv failliet gaat, kan de curator iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de schulden van de bv waarvoor de bezittingen van de bv niet toereikend zijn. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:
er is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur én
het is aannemelijk dat dit onbehoorlijke bestuur een belangrijke oorzaak van het faillissement is.
Bewijs nodig
Om te beoordelen of er sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur, kijkt een rechter naar alle omstandigheden. Daarom is het van tevoren nooit zeker of een vordering van een curator volgens deze regeling zal slagen. In het verleden hebben diverse rechters zelfs geoordeeld dat er niet heel snel sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Een curator die de bestuurder om deze reden aansprakelijk wil houden, zal dan ook veel bewijs moet leveren.
Administratie op orde
Maar de wet schiet de curator te hulp. Als het bestuur geen goede administratie heeft bijgehouden of de jaarrekening van de bv niet tijdig heeft gepubliceerd, staat direct onomstotelijk vast dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur. Bovendien ontstaat dan meteen het vermoeden dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het bestuur moet dan maar aantonen dat dit niet het geval is. Bijvoorbeeld door concreet een andere oorzaak voor het faillissement aan te wijzen. Beter is het natuurlijk om deze situatie te voorkomen door de administratie op orde te houden en de jaarrekening op tijd te publiceren.
3. Aansprakelijkheid wegens goedkeuring dividendbesluiten
Volgens de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht heeft het bestuur een verantwoordelijkheid bij het uitkeren van dividend. De algemene vergadering moet een besluit om dividend uit te keren eerst voorleggen aan het bestuur. Als u als bestuurder weet of voorziet dat de bv na de uitkering haar opeisbare schulden niet meer kan betalen – en dus failliet gaat - mag u zo’n besluit niet goedkeuren.
Bij twijfel niet doen
Verleent u toch goedkeuring en gaat de bv inderdaad failliet, dan bent u aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. Ook aandeelhouders die tegen beter weten in een dividenduitkering hebben ontvangen, zijn aansprakelijk - maar maximaal tot het door hen ontvangen bedrag. Een vergelijkbare regeling geldt bij vermindering van kapitaal van de bv en inkoop van eigen aandelen door de bv. Keur dus geen besluiten goed waar u twijfels over heeft.
4. Doorgaan tegen beter weten in
Als bestuurder ziet u het faillissement van uw onderneming vaak wel aankomen. Gaat u namens de bv een overeenkomst aan terwijl u weet (of zou moeten weten) dat de bv deze niet kan nakomen en ook geen verhaal kan bieden voor de schade die de tegenpartij daardoor zal lijden, pleegt u een onrechtmatige daad tegenover deze partij. Stel bijvoorbeeld dat u een aannemer opdracht geeft om de bedrijfspanden van de bv op te knappen, terwijl u al zou moeten weten dat u de aannemer niet kunt betalen. Dan mag de aannemer een schadevergoeding van u eisen. Ga dus niet door tegen beter weten in.
5. Verklaring betalingsonmacht
Ook kunt u als bestuurder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor premie- en belastingschulden van de vennootschap – bijvoorbeeld als de bv de loonbelasting of btw niet betaalt. Als blijkt dat de bv niet kan betalen, moet u dat direct melden bij het uitvoeringsorgaan en de ontvanger. Doet u dat niet bent u als bestuurder hoofdelijk aansprakelijk worden voor deze schulden. Meld betalingsonmacht dus tijdig.
Om u te helpen bij een goede uitvoering van de bestuurstaken voor uw bv heeft Flynth het Veilige Haven Advies ontwikkeld. Vraag uw adviseur er maar eens naar.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem contact op met uw adviseur of direct met Michiel Hoogkamer: michiel.hoogkamer@flynth.nl of 088 236 7620.