Rendement van een koe

Rendement van een koe

De ultieme combinatie voor melkveehouders: winst, cash en reserve

Een goede melkveehouder kun je bestempelen als een vakman, die goed scoort op alle technische kengetallen, stelt Frank Zeinstra. Los van de uitdaging die veel ondernemers in deze sector hebben voor de continuïteit van het melkveebedrijf en om meer over te houden onderaan de streep, hebben melkveehouders het vak wel in hun vingers. Bij technische kengetallen en vakmanschap gaat het dan bijvoorbeeld over:

  • Het vergroten van de levensproductie van het vee (een van de kengetallen voor de toekomst); de koeien worden ouder en geven gedurende hun leven veel kwalitatieve melk.
  • Zorgvuldig omgaan met het land; voldoende ruwvoer van goede kwaliteit van het land halen (zonder het land uit te putten), op het juiste moment maaien en verantwoord beweiden.

 

Het rendement van een koe

‘Een kalf opfokken  tot melkkoe kost veel geld’, weet Zeinstra. ‘Wordt een koe bijvoorbeeld één jaar ouder en geeft hij ook in die periode kwalitatief hoogwaardige melk, dan neemt het rendement en de winst van de boer, aanzienlijk toe.’ Met de invoering van fosfaatrechten neemt de rendement van een hogere levensproductie verder toe. De levensduur en veegezondheid hebben direct invloed op de winst in een boerenbedrijf.

 

Winst, cash en reserve

Of een grotere winst alleen voldoende is om de continuïteit van de melkveehouderij te waarborgen, daarover is Zeinstra stellig: ‘Nee. Winst geeft een boerenbedrijf bestaansrecht, maar daar houdt het niet mee op. Om het bedrijf op lange termijn gezond te houden, is ook voldoende cash nodig én  voldoende reserve voor het doen van aflossingen en investeringen. Het is belangrijk om het bedrijf goed te overzien. Maar het is minstens zo belangrijk een goede manager te zijn, tijdig te anticiperen en controle te houden op de gehele bedrijfsvoering. En hij moet de ontwikkelingen in de sector nauwlettend volgen.’

 

Ontwikkelingen in de sector

De manier waarop melkveehouders naar hun cijfers kijken verandert. Dit heeft te maken met de professionalisering van de sector. Zeinstra: ‘Om in de huidige tijd succesvol te zijn als melkveehouder is het nodig om, zoals we dat bij Flynth noemen, te ‘sturen op cijfers’. Dat doe je door niet alleen met jaarcijfers te werken, maar ook met kwartaal- en maandcijfers en met sectorspecifieke kengetallen. Ratio’s als kilogram melk, vet, eiwit per koe en opbrengst en kosten per koe of per hectare. Dat wordt binnen de sector steeds meer gedaan. Ook kijken boeren steeds vaker naar maandcijfers, om de begroting en budgetten bij te stellen. En zien ze steeds meer belang in liquiditeit, naast alleen maar winst.’

 

Meer aandacht voor liquiditeit

Zeinstra is verheugd dat boeren het belang van liquiditeit naast winst beginnen in te zien. ‘Cash is nodig om de rekeningen te kunnen betalen. Van voer, brandstof, gas, water, licht enzovoort. En bij familiebedrijven ook nog privé; een boer moet kunnen leven. Daarnaast kampt een boer bedrijfsmatig met rente- en aflossingsverplichtingen en zal hij met het oog op de continuïteit van zijn onderneming moeten investeren. In machines, in grond, in vee. Daar is liquiditeit voor nodig. De reserveringscapaciteit biedt uitkomst.’

 

Reserveringscapaciteit als graadmeter

De reserveringscapaciteit is het bedrag dat beschikbaar is voor aflossingen en investeringen, zowel nieuwe als vervangingsinvesteringen. ‘Voor banken is dat een belangrijke graadmeter bij het beoordelen van de financieringsaanvraag van boeren met investeringsplannen’, vertelt Zeinstra.

‘Om te beginnen is een bank geïnteresseerd in het rendement dat na de investering verwacht wordt. Van daaruit wordt de reserveringscapaciteit bepaald, om er zeker van te zijn dat de boer de financiering ook terug kan betalen. Daarbij is een minimale reserveringscapaciteit tussen de 7 en 9 cent per kilogram melk benodigd voor een gezonde, up-to-date en continue bedrijfsvoering.’

 

Berekening reserveringscapaciteit

De reserveringscapaciteit wordt met de volgende formule berekend:

Winst of Bedrijfsresultaat

+ Afschrijvingen (dit zijn geen uitgaven)

Cashflow

-/- Privé

-/- Belastingen

Reserveringscapaciteit

 

Liquiditeitsproblemen door verkeerd gebruik reserveringscapaciteit

De reserveringscapaciteit is bestemd voor aflossingen aan de bank en het doen van investeringen. Dit is precies waar Zeinstra het in de praktijk mis ziet gaan. ‘De reserveringscapaciteit wordt lang niet altijd goed ingezet. Dan ontstaat er een mismatch tussen wat een melkveehouder verdient en hoeveel geld er binnenkomt en uitgaat.’

 

Veel voorkomende mismatches:

  • Niets reserveren: een melkveehouder schrijft wel af op zijn tractor, maar reserveert van de beschikbare middelen niets voor de vervanging van of investering in de tractor. De middelen komen dan niet eens terecht in de reserveringscapaciteit, maar belanden elders, bijvoorbeeld in privé. Tegen de tijd dat de tractor aan vervanging toe is, is er geen liquiditeit voorhanden of geen buffer opgebouwd om een nieuwe financiering op te nemen.
  • Te veel investeringen doen: de druk op de cash kan toenemen als een melkveehouder juist (buitensporig) veel investeringen doet, waarna er minder liquiditeit beschikbaar is voor aflossing en er geen ruimte is om tegenvallers op te vangen.
  • Te lang doen over een terugbetaling; een aangegane financiering wordt niet in tien, maar in bijvoorbeeld twintig of dertig jaar terugbetaald. Terwijl investering die ermee gedaan is wel in tien jaar wordt afgeschreven. Cash wordt in dat geval onvoldoende gebruikt om af te lossen. Gevolg: onvoldoende buffer voor een nieuwe investering. Tegen de tijd dat de levensduur van de investering om is en de boer voor een herinvestering komt te staan wordt er nog afgelost op een oude financiering, waardoor er druk op de liquiditeit ontstaat.’

 

Wat kan de melkveehouder doen?

Voor boeren die als vakman iets willen doen tegen de mismatch heeft Zeinstra een advies: ‘Zorg altijd voor cash onderaan de streep. Zet voldoende geld opzij. Reserveer daadwerkelijk, investeer en los af. Dat is allemaal maatwerk. Denk niet, ik sla een jaartje over. Want door nu geld opzij te zetten creëer je ook een buffer voor de toekomst. Dat is goed voor de continuïteit van uw melkveehouderij. Het hoort, net als het maken van winst, bij goed ondernemerschap.’